Het woonhuis
Het gezin Dulcken gaat in Hasselt wonen op de hoek van de Nieuwstraat en de Regenboogsteeg. Daar staan vier panden ( nr. 1 , 2, 3 en 4 op de tekening) die in de laatste tien jaar van eigenaar zijn gewisseld.
Ze behoorden toe aan de schatrijke Arnoldina van Benthem die hier tot haar dood in 1751 heeft gewoond. Zij bezat naast dit huis nog vele huizen op goede stand in Hasselt. Haar broers waren burgemeester in Hasselt en uit haar testament weten we hoe rijk ze was. Ze is ongetrouwd en haar neef Frederik Hendrik van Benthem erft haar bezit.
Nadat deze op 12 mei 1754 overlijdt, krijgen zijn erfgenamen de beschikking over een groot aantal panden, schuren en stukken grond. De vier genoemde panden komen daardoor in gezamenlijk eigendom van de heren Daniël en Hendrik van Hecht, rijke kooplieden uit Amsterdam, (2, 3 en 4)
en van mevrouw Van Noorda (1) die allen verschillende panden in de verkoop doen. Het hoekpand (1) wordt in 1755 aangekocht door Tede de Vries voor 110 gulden, het tweede pand (2) komt in handen van Hendrik van Hecht en heeft een verkoopwaarde van 430 gulden. Hij gaat het pand verhuren. Het derde en vierde pand (3,4) wordt gekocht door de heer Van Guldener die het direct voor 265 gulden per pand doorverkoopt aan de burgerkrijgsraad. De vier panden hebben een gezamenlijke tuin. (5)
Louis Dulcken huurt het pand van De Vries (1) en van Van Hecht (2). Omdat deze panden eerder in bezit waren van één eigenaar zijn ze niet strikt gescheiden. Wanneer de stad Hasselt erfpacht over deze panden int, wordt het beschouwd als één pand met twee eigenaren.
Hoe dit grote pand eruit heeft gezien weten we uit verschillende documenten.
- wanneer Hendrik van Hecht in 1755 het deel van het pand van zijn broer overneemt, wordt het beschreven als een ‘groot huis’.
- Dulcken krijgt in 1771 een rekening van de glazenier Abraham Anthuyzen nadat hij gedurende twee jaar glas gezet heeft in de Wittenkamer, in de grote kamer, in een werkkamer en in de slaapkamer van de knecht, boven. Het gaat daarbij om zowel gekleurd glas-in-lood als blank glas.
- Het dubbele pand wordt in 1851 verkocht als een zeer antiek, hecht, sterk, welonderhouden woonhuis. Het heeft een grote zaal, diverse ruime beneden- en bovenkamers waarvan er enkele glas-in-loodramen bezitten. Er zijn een grote zolder, een keuken en een kelder. Uit dit alles krijg je de indruk dat we te doen hebben met een statig herenhuis.
Opmerkelijk is het dat de schilder Cornelis Springer in 1863 een prachtig schilderij van dit deel van de Nieuwstraat maakt. We zien hier de Nieuwstraat met het gezicht op het stadhuis en de toren van de Hervormde Kerk. We zien ook het dagelijks leven op straat dat niet zo veel verschilt van het leven in de tijd dat Dulcken er woont.
Cornelis Springer
1861
Cornelis Springer
1817-1891
Gezicht op de Nieuwstraat in Hasselt, Overijssel
houtskool op papier 61,1 x 51,0 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd 'Hasselt' April 1863
Springer maakt het schilderij net voordat alle vier naast elkaar staande panden rond 1863 - 65 worden afgebroken. Links zien we de twee monumentale panden van de krijgsraad, waarvan het tweede pand een prachtige voordeur heeft. (3) In dit pand vergadert de ‘manhaftige burgerlijke Krijgsraad’. De krijgsraad stuurt de nachtwachten aan die zorgen voor orde en rust in de nachtelijke uren. In het pand vergaderen ook vaak de gilden.
Rechts hiervan hebben de twee panden van Dulcken gestaan. Deze zijn op dat moment al afgebroken om plaats te maken voor een kerk. Om de lege plek op te vullen, plaatst Springer een muur en doet alsof er een grote boom in de tuin erachter staat. In 1755 werd er voor het pand waar Dulcken komt te wonen nog meer geld betaald dan voor het pand van de krijgsraad. Dat geeft aan hoe groot het pand van Dulcken is geweest.
Gezien de andere, nu nog bestaande, huizen in de straat zou het pand van Louis Dulcken (2) eruitgezien kunnen hebben als het eerste huis links op het schilderij. Pand (1), op de hoek met de Regenboogstraat is veel kleiner. Misschien diende het als onderkomen voor de dienstmeisjes van mevr. Arnoldina van Benthem.
Dulcken gaat in pand 1 en 2 wonen met zijn vrouw en drie kinderen. Ook is er plaats voor een knecht die naar gewoonte boven op zolder een slaapplek vindt.
Hier wordt Johan Daniël Dulcken geboren en op zondag 13 mei 1763 in de honderd meter verderop gelegen Gereformeerde Kerk gedoopt. Het jongetje is vernoemd naar zijn beroemde grootvader.